Zuid-Afrika is een land in het zuiden van Afrika, dat bekend staat om zijn culturele diversiteit en natuurlijke schoonheid. Het land heeft elf officiële talen, waaronder het Afrikaans, dat veel lijkt op het Nederlands. Het Afrikaans is ontstaan uit het Nederlands dat de kolonisten van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in de zeventiende eeuw meebrachten naar Zuid-Afrika. De VOC stichtte in 1652 een verversingsstation bij Kaap de Goede Hoop, waar schepen die naar Azië voeren konden aanleggen voor vers water en voedsel. De Nederlanders kwamen in contact met de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika, zoals de Khoisan, de Xhosa en de Zulu, en met andere Europese en Aziatische immigranten. Door deze invloeden veranderde het Nederlands langzaam in een nieuwe taal, het Afrikaans, dat zich aanpaste aan de lokale omstandigheden en gebruiken. Het Afrikaans werd vooral gesproken door de Afrikaners, de blanke boeren die zich in het binnenland vestigden. Het Afrikaans kreeg pas in 1925 officiële erkenning als taal, na een lange strijd tegen de Britse overheersing. Het Nederlands bleef tot 1984 ook een officiële taal van Zuid-Afrika, maar werd steeds minder gebruikt. Tegenwoordig wordt het Nederlands alleen nog gesproken door enkele kleurlinggemeenschappen die het als onderdeel van hun religieuze traditie bewaren. Het Afrikaans daarentegen is nog steeds een levende taal, die door ongeveer zeven miljoen mensen wordt gesproken. Het Afrikaans heeft ongeveer 95% van zijn woorden uit het Nederlands overgenomen, maar heeft ook veel leenwoorden uit andere talen, zoals het Engels, het Frans, het Maleis en de inheemse talen. Het Afrikaans heeft ook een eenvoudiger grammatica dan het Nederlands, met minder verbuigingen en vervoegingen. Het Afrikaans wordt soms gezien als een dialect of een creooltaal van het Nederlands, maar is in feite een zelfstandige taal met een eigen geschiedenis en identiteit.