Geplaatst op zondag 16 november 2008 @ 09:13 , 5107 keer bekeken
De Koningsprotea, die voor het open bloeien wat weg heeft van een kleurrijke artisjok, is de 'nationale bloem' van Zuid-Afrika. Zij is de grootste en haar open bloem kan een doormeter van 30 centimeter bereiken.
De veelvormige proteabloemen kregen in 1735 hun naam van de Zweedse botanicus Karl Linnaeus (Carl von Linné; 1707-1778). Hij noemde hen naar de Griekse god Proteus, die zoveel van gedaante kon veranderen als hij wou.
Er bestaan 360 tot 370 soorten protea's, waarvan er 320 tot 330 voorkomen in de zuidelijke en zuidwestelijke Westkaap en tot Grahamstad, een deel van Oostkaap. Van deze soorten behoren er 120 tot de bedreigde plantensoorten.
Benevens de Koningsprotea (Protea cynaroides) zijn veel voorkomende Kaapse soorten de Gewone protea (Protea caffra), Gewone suikerbos (Protea repens) en de Blauwe suikerbos (Protea neriifolia).
De protea's bloeiden 300 miljoen jaar geleden al in het oercontinent Gondwanaland tot dit openbrak in Antarctica, Australia, Zuid-Amerika en Afrika. Protea bloeien vandaag vooral in Australia, Zuid-Amerika en in Zuid-Afrika tot bij de Limpopo rivier.
Noordelijker zijn zij niet te vinden. Ruim 92% van de Zuid-Afrikaanse protea's gedijen in de bloemrijke Westkaap. De Kaapse proteasoorten worden nu ook commercieel geteeld in Australia, Frankrijk, Spanje en de Verenigde Staten. De bedreigde soorten echter niet omdat zij commercieel niet rendabel zijn.
Protea's vindt men vooral in het zogeheten fynbos en op bergflanken tot 1500 meter hoog. Zij bloeien in gebieden met een regenval, die wisselt van 180 tot 2500 millimeter per jaar. Zij hebben geen rijke grond nodig, maar genieten van de zandsteen op Tafelberg of in kleigrond zoals in Bokkeveld. Soms groeien zij zelfs in gewone zandgrond langs de kustgebieden.
De temperaturen langs de Kaap wisselen van 32° tot 0°. Cederberg en Sandveld zijn de warmste regio's. Een protea verdraagt korte (matige) vorst- en sneeuwperiodes.
De opwarming van de aarde voorspelt echter weinig goeds voor hun toekomst en die van het fynbos. En de protea is belangrijk voor Zuid-Afrika, dat instaat voor de helft van de wereldproductie van protea snijbloemen. De sector geeft 25.000 mensen werk in een natie met een bijzonder hoge werkloosheid.
De Koningsprotea geeft alleen zaad bij een warme vuurgloed. Zaadjes vallen dan uit de geopende bloem en kiemen bij de eerste regenval.
De meest commerciële protea is de Protea repens, die niet alleen verkocht wordt als snijbloem, maar die al eeuwen geteeld werd voor de nectar uit haar bloem of als 'brandhout'. Die nectar sijpelde overvloedig en hij werd na het koken aangewend om een suikerstroop te maken. Die werd de 'bossiestroop' genoemd en diende in de 19de eeuw als geneesmiddel op de Kaap. En vandaar ook de naam 'Suikerbossie' in het Afrikaans.
De Protea repens werd voor het eerst onder serreglas geteeld in 1774. Dat gebeurde in de koninklijke collectie van Kiev (nu Ukraïne).
Gewezen apartheidsminister Hendrik Frensch Verwoerd droomde vorige eeuw even van een nieuwe vlag voor Zuid-Afrika. Die moest bestaan uit een springbok (het 'nationale dier') temidden een kring met zes protea's. Het bleef wegens teveel weerstand een droom.
Toen het ANC de eerste democratische regering vormde, doopte zij de 'Springbokkies', zoals het nationale rugbyteam heette, wel om tot 'de Protea's'.
Zo werd "Suikerbos ek wil jou hê" gecomponeerd op Lion's Head in Kaapstad.
De overheid stelde intussen het Protea Atlas Project in werking om alle proteasoorten van het land te catalogeren.
Protea Atlas Project
Hermanus Fernkloof Nature Reserve
Liederen in Afrikaans
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
strideen informatie en mooie club
Bijv. "Dit is een superleuke club voor..."